NS, SBB en ÖBB halen punctualiteitsrecord

Niet alleen de Nederlandse Spoorwegen liet in 2011 een recordaantal treinen op tijd rijden. Ook bij de Zwitserse spoorwegen (SBB) en de Oostenrijkse spoorwegen (ÖBB) reden er in 2011 een recordaantal treinen op tijd. 

In Nederland reden 94,7 procent van de treinen op tijd of met een vertraging minder dan 5 minuten. Bij de strengere 3-minutennorm komt het cijfer uit op 89,8 procent. Ook de SBB liet bij de 3 minutennorm 89,8 procent van de treinen op tijd rijden. In Zwitserland worden de cijfers alleen berekend op basis van werkdagen. Als de SBB net als Nederland ook de weekenddagen zou meenemen, dan zou het bedrijf beter scoren dan de NS. Een woordvoerder van de SBB verklaart de norm: "´Het gaat om ons om de punctualiteit voor onze klanten; die reizen het vaakst op werkdagen. Het gaat ons niet om de statistieken."

Oostenrijk – ÖBB
Ook de ÖBB heeft in 2011 een record aantal treinen op tijd laten rijden, zo heeft de spoorwegmaatschappij donderdag bekend gemaakt. In Oostenrijk reden bij de 5 minutennorm 96,6 procent op tijd. De ÖBB wil even punctueel worden als de Zwitserse spoorwegen. "We zijn in 2011 dichterbij de resultaten van de SBB gekomen. We zijn nog minder dan een procent verwijderd van het Zwitserse punctualiteitsniveau", zegt een woordvoerder. Vooral regionale treinen rijden in het land goed op tijd (97%) en bij langeafstandstreinen blijft het cijfer hangen op 87%. Dat is echter wel 11,3% procent meer dan in 2010. Door de hoge punctualiteit zou de ÖBB dagelijks in totaal 530.000 reizigers op tijd laten aankomen op hun bestemming.

Reizigerspunctualiteit
De NS heeft overigens ook een indicator om te zien hoeveel procent van de reizigers op tijd is. Cijfers bij deze norm heeft het vervoersbedrijf nog niet willen bekend maken. Dat wordt bekend gemaakt bij de presentatie van de jaarcijfers.

België – NMBS
In België werden er geen records geboekt. Daar reed 13% van de NMBS treinen met een vertraging van 6 minuten of meer. Alleen in 2010 was dat nog slechter. Als de punctualiteit gewogen wordt met het aantal reizigers, zakt het cijfer zelfs naar 84,6%. Met name spitstreinen en intercity´s zijn bij de NMBS vaak vertraagd. Stoptreinen doen het relatief gezien vaak goed. Behalve dat 13% van de treinen te laat was, verviel daarnaast ook 1,5 procent van alle treinen. De NMBS werkt met de Belgische spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel (tegenhanger ProRail) aan een actieplan om de punctualiteit te verbeteren.

Overige landen
In Duitsland was in 2011 92,9 procent van de treinen op tijd (6-minutennorm). Dat is beter dan in 2010. Lange afstandstreinen zijn echter wel vaker te laat  (circa 20 procent te laat, ofwel 80 procent op tijd).
Een aantal andere landen, zoals Frankrijk (SNCF) zijn terughoudend met het vrijgeven van punctualiteitscijfers. Andere landen als Denemarken en Finland komen later dit jaar met hun prestatiecijfers over 2011. In Denemarken is wel duidelijk dat politici strengere normen willen; de DSB wordt nu net als de NMBS afgerekend volgens de 6 minutennorm.