fbpx

Nederlandse treinen passeren relatief vaak rood sein

Per miljoen treinkilometers rijden Nederlandse treinen veel vaker door rood (STS-passage) dan in Duitsland, Engeland, Frankrijk en Zwitserland. De twee laatst genoemde landen hebben wel een andere definitie van een stoptonend sein passage. Om in Nederland het aantal passages te halveren moet op meer plaatsen extra beveiligde seinen worden geplaatst. 

Dat valt te lezen in een onafhankelijk onderzoek van Oranjewoud/Save. De Minister heeft om dit onderzoek gevraagd na het ongeluk in Barendrecht en in combinatie met het niet halen van de gewenste halvering van het aantal stoptonend sein passages. Tussen 2003 en 2009 is het aantal STS passages met 10 procent afgenomen, in plaats van gehalveerd.

ATB-Vv
Volgens de onderzoekers moet op ongeveer 2290 plaatsen ATB Verbeterde versie (ATB-Vv) worden ingevoerd. Het huidige snelheidsbegrenzingssysteem (ATB-EG) grijpt alleen in bij snelheden hoger dan 40 kilometer per uur. Het Ministerie wilde tot nu toe op 1264 plaatsen zo´n sein plaatsen, maar dat is volgens de onderzoekers niet voldoende. Ongeveer 1900 ATB-Vv seinen zijn nodig om het aantal STS-passages te halveren, maar als ook de gewenste risicoreductie gehaald moet worden zijn er 2290 ATB-vv seinen nodig.

Europa
In vergelijking met Duitsland en Engeland passeren treinen in Nederland veel vaker een rood sein. In Nederland passeren 2,5 tot 3 maal zo vaak een rood sein dan in Engeland en 2 a 2,5 maal zoveel als in Duitsland. Ook in Frankrijk en Zwitserland zijn er minder STS-passages, maar wijkt de definitie af van de Nederlandse. Daardoor is een goede vergelijking onmogelijk. In Engeland blijkt men geleerd te hebben van het verleden. Daar is naar aanleiding van ongevallen het totale seinstelsel voorzien van de Engelse versie van ATBVv.