Kabinet wil niet met andere vervoerders praten voor Fyra oplossing

Staatssecretaris van Infrastructuur Wilma Mansveld (PvdA) wil niet dat er nu al andere vervoerders in beeld komen om de hogesnelheidslijn te exploiteren. Op de korte termijn is dat bovendien juridisch onmogelijk, zei Mansveld woensdagmiddag in een debat in de Tweede Kamer over het Fyra-debacle.

Tijdens dat debat werd duidelijk dat onder meer het CDA, D66 en Mansvelds eigen PvdA willen dat andere vervoerders een kans krijgen om plannen te presenteren voor alternatieve verbinding. Mansveld wees erop dat NS juist bezig is om op korte termijn met een ´volwaardig alternatief´ te komen. "Met het intrekken van de concessie op dit moment bereiken we het tegenovergestelde."

Landsadvocaat
Mansveld heeft de landsadvocaat laten onderzoeken of op dit moment een marktconsultatie kan worden gehouden waarbij andere partijen worden gepolst. Dat is juridisch ´onmogelijk´ omdat het als een opmaat naar een aanbesteding kan worden beschouwd, zei Mansveld. En tot 1 oktober kan daar geen sprake van zijn omdat NS nu de concessie nog heeft. "Ik kan niet een beetje aanbesteden."

Geen genoegen
Sander de Rouwe (CDA) liet het er niet bij zitten. Volgens het CDA-Kamerlid is het juridisch al wel mogelijk om nu te kijken naar andere vervoerders. "Ik ben bang dat we anders een fuik in zwemmen en in oktober niet weten wat andere partijen hadden kunnen doen." Hij is verder bang dat veel kostbare tijd verloren gaat als in oktober alsnog wordt besloten om naar andere vervoerders te kijken. De CDA´er diende daarom samen met D66 een motie in waarin hij het kabinet vraagt om voor 1 oktober een onderzoek uit te voeren naar de alternatieven, waarbij ook andere vervoerders worden betrokken. En in de tussentijd mag het kabinet geen onomkeerbare stappen zetten, aldus De Rouwe.

NS geen preferente partner
Eerder in het debat stelde de CDA´er al dat wat hem betreft de deur open moet staan naar andere vervoerders. "NS is wat ons betreft geen preferente partner meer. We willen NS niet uitsluiten, maar ook verder kijken wat andere vervoerders te bieden hebben. Het gaat de reiziger om een betrouwbare treindienst, niet om het logo op de treinen".

Bijval PvdA
De Rouwe kreeg ook bijval van PvdA-Kamerlid Hoogland. Die vindt net als de CDA´er dat andere partijen een serieuze kans moeten krijgen als deze voor goede voorstellen komen. De PvdA´er gaat hiermee in tegen de lijn van partijgenoot en staatssecretaris van Infrastructuur Wilma Mansveld, die voorlopig alleen NS de kans geeft om met een alternatief plan te komen. 

VVD: laatste kans voor NS
Opmerkelijk genoeg viel Betty de Boer (VVD) de bewindsvrouw bij. Normaal is de VVD een voorstander van marktwerking op het spoor, maar De Boer wil eerst NS de kans te geven om met een goed alternatief te komen. Zorgvuldigheid is belangrijk, betoogde De Boer. 

Gedogen
Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) pleitte er verder voor om de concessie niet open te breken maar voor de korte termijn andere vervoerders wel te gedogen. Die situatie zou moeten duren tot medio 2015.  Van Tongeren kreeg weinig bijval voor haar plan. De SP wees erop dat andere vervoerders ook geen treinstellen paraat hebben.

Schoon schip maken
Volgens D66 Kamerlid Stientje van Veldhoven moet er schoon schip gemaakt worden. "Gaan we pleisters blijven plakken of gaan we schoon schip maken? D66 betreft: Schoon schip maken" stelde de politica. Wat haar betreft betekent dit de hoge concessievergoeding loslaten en de deur open zetten naar andere vervoerders. 

Geen ruggengraat
Wat de SP betreft heeft NS wel fouten gemaakt, maar moet de politiek vooral de schuld bij zichzelf zoeken. De politiek besloot immers het spoor aan te besteden en ging akkoord met een bod zonder Beneluxtrein. Zo stelde Farshad Bashir in het debat. "NS had hooguit geen ruggengraat" stelde hij.

Onduidelijk
Kamerleden wilden weten of de staatssecretaris vast bleef houden aan de door NS eerde beloofde frequenties en reistijden. Maar daar wilde de staatssecretaris niet concreet op reageren. Volgens haar moet het NS-plan een volwaardig alternatief zijn. Maar wanneer ze iets als een volwaardig alternatief zag, bleef onduidelijk.