Terugblik InnoTrans 2018: opnieuw records verbroken
21 sep 2018 10:06
Innotrans, de grootste vakbeurs van de spoorbranche, komt weer tot een einde. De twaalfde editie is net als voorgaande edities weer een recordeditie. Niet eerder waren er zoveel exposanten en ook over het aantal bezoekers kon de Messe niet klagen, mede te danken aan het mooie weer. Dat kwam natuurlijk vooral de buitenexposanten goed uit. Niet alleen de treinenfabrikanten, de klassieke ruggengraat van de beurs, konden rekenen op warme belangstelling; ook de tien elektrische bussen in de lommerrijke binnentuin deden het goed. In totaal werden er 146 nieuwe producten op de beurs gepresenteerd en waren er rond de 3.000 exposanten.
Intercity Nieuwe Generatie
Was in 2016 de Stadler Sprinter van NS nog een grote blikvanger; dit jaar was er geen Nederlands materieel te zien. Wat nog het dichtste in de buurt kwam was de POP-trein van Trenitalia, gebaseerd op de Coradia Stream. De nieuwe Intercity van NS, de ICNG, wordt op hetzelfde platform gebouwd. Verschillende componenten die nu al voor de Italiaanse trein worden goedgekeurd, krijgen ook de goedkeuring voor het Nederlandse spoor. Voornaamste technische verschil is de lagere maximum snelheid van de POP. Die is beperkt tot 160 kilometer per uur, terwijl de ICNG geschikt zal zijn voor 200 kilometer per uur. Het interieur van de ICNG zal natuurlijk afwijken van haar Italiaanse zusje. Wat wel opvalt is de opvallend lage vloer en daardoor ook de relatief grote hoogteverschillen her en der. Aan de buitenkant geven de laaggelegen ramen haast de indruk van een dubbeldekker die de bovenste verdieping mist.
Foto: Vincent Wever
ROCK – Hitachi
En er is meer materieel uit Italië te vinden op Innotrans. Naast de POP, die tot en met 2023 geleverd wordt, is ook de ROCK te bezichtigen. De ROCK zijn nieuwe regionale dubbeldekkers voor de Italiaanse spoorwegen. De ROCK en de POP vormen samen de grootste vernieuwing van de Italiaanse staatsspoorwegen ooit. De ROCK werd gelijk met de POP onthuld en is een product van Hitachi in Pistoia, het voormalige AnsaldoBreda. De directeur van de fabriek, Maurizio Manfellotto – hij mocht nog verschijnen voor de parlementaire enquête Fyra – noemde de trein ‘het resultaat van Italiaans genie’. “We doen wat we beloven”, aldus Manfellotto. Of het komt door de eisen die opdrachtgever FS stelde, weten we niet, maar de trein maakt geen indruk. Het design is niet om over naar huis te schrijven en afwerking van de dubbeldekker is matig. De banken staan op staanders met scherpe randen, om maar een voorbeeld te noemen.
Foto: Vincent Wever
Siemens Desiro Dubbeldekker
Twee dubbeldekkers die er wel uitsprongen waren de Siemens Desiro voor de Rhein Ruhr Express en de Stadler KISS voor de Mälar tag; de spoorlijnen rond Stockholm. Siemens levert 82 Desiro-stellen, goed voor 400 zitplaatsen per stuk, en zorgt de komende 32 jaar ook voor het service en onderhoud en garandeert daarmee een beschikbaarheid van 99 procent. Met de hele klus is 1,7 miljard euro gemoeid. Bovendien verspijkert infrabeheerder DB Netze ook nog eens voor de nodige miljarden aan het spoor, waardoor de treinen een kwartiersdienst kunnen gaan rijden, bovenop het Intercity- en S-Bahnverkeer.
Foto: Vincent Wever
KISS Dubbeldekker
Dat de Zweden niet kijken op een kroon meer of minder was te zien aan de dubbeldekkers die Stadler daar gaan leveren. De treinen kennen maar één klasse (er is geen aanduiding te vinden), maar deze is wel direct enorm hoogwaardig afgewerkt. Het interieur straalt rust uit met houten afwerkingen rond de stoelen en donkergrijze bekleding. De stoelen zijn allemaal voorzien van riante uitklaptafeltjes, leeslampjes en twee 230V-aansluitingen. Opvallend genoeg ontbreken USB-aansluitingen. De 33 treinen hebben een maximumsnelheid van 200 kilometer per uur en zijn uitgerust met luchtdichte, enkele deuren.
Foto: Vincent Wever
Metro Glasgow
Van een geheel andere orde zijn de nieuwe metrostellen die Stadler aan Glasgow gaat leveren. De Subway van Glasgow is tegelijk een van de oudste en kleinste systemen ter wereld. Het bestaat uit een ringlijn met 15 haltes en werd sinds de opening in 1896 nooit uitgebreid. De tunnels zijn slechts 3,35 meter in diameter en de spoorbreedte is 4 engelse voet (1219 mm). Met deze parameters kan het dus niet anders dan dat er unieke treinen gebouwd moeten worden. Mensen langer dan 1.80 meter zijn genoodzaakt te bukken in de mini-treintjes, die echter wel geschikt zijn voor automatisch rijden. Dat zullen ze pas echter gaan doen als alle metrostellen vervangen zijn. Dan zal ook de bok verwijderd worden en vervangen worden door een kleine controle-unit onder de laatste opklapbank die alleen gebruikt wordt voor rangeerwerk en dergelijke.
Foto: Vincent Wever
Bussen
De Nederlandse inbreng op het busterrein was fors groter dan voorgaande editie. Ebusco uit Deurne stond er met een voertuig en ook VDL uit Valkenswaard was met een 18 meter lange bus, bestemd voor het Zweedse Karlstadt vertegenwoordigd. Opvallend was dat de Italiaanse spoorwegen ervoor hadden gekozen om dochter Qbuzz af te vaardigen met een waterstofbus van Van Hool. De bus was voor de gelegenheid dan ook gedeeltelijk bestickerd met het logo van het moederbedrijf. De trend was zichtbaar: steeds meer bussenfabrikanten kiezen voor Berlijn in plaats van de IAA in Frankfurt, dat de focus steeds verder verlegt naar trucks en touringcars.
Foto: Vincent Wever
Foto: Vincent Wever
Er was weliswaar geen Nederlands reizigersmaterieel te zien, maar zowel Bemo als Eurailscout waren wel op de beurs te vinden. Van Eurailscout weet ik dat hun inspectievoertuig gepresenteerd werd. Bemo zelf had volgens mij niks op het expositieterrein staan.
BEMO stond er wel degelijk, ietsje verder lopen.
Enneh, er is méér rondom treinen dan “alleen maar” treinen.
Kijk eens in de hallen.
Strukton had diverse innovaties, waaronder een unieke manier om oude GTO treinen langer te laten rijden.
Kijk anders eens op https://youtu.be/1JVYVrUdTyY
Naast de BEMO lok, stond ook de Gmeinder hybride DE75BB lok, met Nederlandse hardware om het hybride rijden mogelijk te maken
Jammer. Nog geen ICNG. In Spoorwegen 2018 van Richard Latten las ik dat de ICNG vanaf oktober 2018 zal verschijnen. Ben benieuwd of het dan gaat gebeuren.
Op de rails verschijnen? In Nederland?
In Nederland zeker niet. Op de rails op een testbaan in bijvoorbeeld Tsjechië zou kunnen, maar ik ga zelf eigenlijk uit van later.
Misschien maar eens een dagtripje plannen om de trein te kunnen zien rijden?
Jammer dat dé blikvanger van deze editie er niet tussenstaat; de Voralpen-Express-Flirt voor de SOB. Wat een fraaie trein.
IC Basel-Milaan al vervangen hopelijk, wat een claustrofobisch potdichte slang!
Al die nieuwe treinen ook potdicht, wat een gemis die (lig)wagons ooit met schuiframen en coupes!
Je zou keuze moeten hebben vwb snel en dicht en voordeliger minder snel en te openen ramen. Ook zoveel aangenamer bij uitval airco.
Bij hogere snelheden zijn treinen zo goed mogelijk luchtdicht om te zorgen dat de passagiers geen druk op de oren krijgen. Zonder airco komt de trein niet meer in bedrijf.
@Hanzeboog2012
De eerste ICNG moet aan het eind van dit jaar de werkplaats uitrollen, en zal dan de nodige testritten gaan rijden op het circuit in Velim. Dat bevestigde Alstom tegenover mij. In de loop van volgend jaar zal er wel een eerste exemplaar naar Nederland komen voor de verplichtte test- en toelatingsritten.
We kijken er naar uit.
Waren er ook nog speciale treinen die stations kunnen overslaan en lekker tempo maken zodat naar Berlijn nog maar 4 uur zal vergen.
Ik zou het mooi vinden als NS ook nog een paar Stadler KISS dubbeldekkers gaat bestellen. Dat zou wel een mooie toevoeging zijn. Mooie treinen om te zien. En als het reizigersvervoer naar verwachting nog toeneemt zal het vast geen verkeerde investering zijn.
Mooi staat zelden in de eisen bij een aanbesteding. Overigens heeft men de V250 gewoon weg gedaan vanwege zelf veroorzaakte problemen bij de eerste inzet terwijl dit ‘by-far’ de mooiste trein was die ze na de oorlog hebben laten maken.
Jammer dat de schrijver van het artikel zo zijn eigen mening drukt op het verhaal, vooral over de Italiaanse trein met betrekking tot de Fyra. Dat komt helaas niet objectief over.
Inderdaad hebben velen een totaal misplaatst racistisch superioriteitsgevoel wanneer het gaat om producten uit, volgens hen mindere landen. Italië heeft een zeer geavanceerde maakindustrie. Hier in Nederland is men hoogstens toeleverancier van losse onderdelen. Wie ontwerpt en bouwt hier treinen of auto’s. Alleen DAF is er nog. Vliegtuigen? Niemand, alleen wat onderdelen voor de JSF die vervolgens in Italië geassembleerd zullen worden. Schepen worden grotendeels in het buitenland gemaakt en er is zelden verkoop naar het buitenland.
Ja, dat ben ik met je eens. Sowieso vonden we elkaar in onze bewondering voor de Pendolino’s die meer bedrijfszeker zijn in Italië dan in Duitsland (daar wilden ze weer perse dingen op hun eigen manier doen). Mijn kritiek richtte zich altijd specifiek op AnsaldoBreda. Dat de hogesnelheidstreinen in Italië lekker reden viel me al op lang voordat de Volkskrant daar over schreef. Sterker nog: het valt me al vanaf de introductie van de ICE-3 op dat de Franse TGV saai, maar degelijk en betrouwbaar is… maar de ICE-3 erg fancy is (export!, en maatstaf geworden qua interieur en exterieur) maar veel meer onbetrouwbaar is (dan de TGV). Duitse industrie lijkt steeds vaker steken te laten vallen. En dan gaan we maar niet te diep in op de toestanden in Berlijn (luchthaven, S-bahn). En Nederland: altijd meer een handelsland geweest dan een industrieland. 20 jaar geleden werd zelfs neergekeken op industrie in Nederland: het zou alleen nog maar om dienstverlening gaan, maar die houding is gelukkig verdwenen.
“Ja, dat ben ik met je eens.” sloeg op deze zin van jou trouwens: “Italië heeft een zeer geavanceerde maakindustrie.”
Ben zelf fan van Italiaans ontwerp en industrie, maar zie niet waar dit stuk er iets negatiefs over zegt. Waar lezen jullie dat, Tim en Dries?
De verwijzing naar Fyra, betreft alleen dat we de directeur kennen, een logische toevoeging lijkt me. Niets over kwaliteiten.
De opmerking dat de tentoongestelde trein ‘geen indruk maakt’ heeft niks met Italië te maken lijkt me. De auteur licht het ook nog toe ook waardoor blijkt waarop hij/zij het baseert***.
Ik ben blij met deze alinea’s, anders kan ik beter een promotiefolder lezen.
Het zou trouwens best eens kunnen dat de auteur ergens net zo’n hoge verwachtingen is van Italiaans ontwerp/engineering/industrie als Dries. Pas dan kun je immers oprecht teleurgesteld zijn. Dat iets ‘geen indruk maakt’ zeg je niet zo gauw bij iets waarvan je weinig verwacht.
***
(Hij/zij illustreert het met ‘matige afwerking’, en dat ook nog toegelicht met als voorbeeld ‘scherpe randen’; opmerkingen over design ‘design niet over naar huis te schrijven’ lijken me sowieso niet om over naar huis te schrijven als je ‘design’ niet toelicht. Dan wordt het immers opgevat als ‘uiterlijk’, en zo’n opmerking is altijd overbodig en tenenkrommend: smaken verschillen immers.
Echter ook dit heeft niks met Italië te maken.
Schrijver kan met ‘design’ ook het geheel van functionaliteit/kwaliteit bedoelen waar ‘afwerking’ inderdaad deel van uitmaakt dus dan zou zijn ‘design’ opmerking wel enigszins te billijken zijn. )
ik was er ook, en zag een mooie demo van skyway, het ultieme vervoer van de toekomst. snel, goedkoop en veilig. die gaat er dan ook zeker komen. mooi gevormd en luxe van binnen. binnen een half uur in parijs..superrr