Informatie over gevaarlijke stoffen spoor schiet te kort

De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) constateert dat informatie over de aanwezigheid van treinen met gevaarlijke stoffen op spoorwegemplacementen en de volledigheid en juistheid van deze informatie tekortschieten. 

Dat blijkt uit het inspectieonderzoek ‘Weten wat er staat’. De brand op het emplacement Kijfhoek op 14 januari 2011 was mede aanleiding voor dit onderzoek. Na deze brand constateerde de IVW dat informatie over de aanwezige treinen niet overeenkwam met de feitelijke situatie. Ook is de naleving van de voorschriften voor het parkeren van treinen met gevaarlijke stoffen onderzocht.

Proces-verbaal
De IVW heeft in februari, maart en april op veertig emplacementen onderzoek gedaan naar de informatie over treinen met gevaarlijke stoffen. Er zijn in totaal vijf vervoerders gecontroleeerd, en bij alle vervoerders bleek iets mis. De meeste mistanden werden aangetroffen in het Rotterdamse havengebied, aldus de inspectie.  De inspecteurs hebben 15 keer proces-verbaal opgemaakt.

Informatie
Spoorbeheerders ProRail en Keyrail en vervoerders zijn verplicht elkaar goed op de hoogte te houden van het transport van gevaarlijke stoffen, zoals lpg en ethanol. Maar dat blijkt in de praktijk nog vaak fout te gaan.  Vervoerders en beheerders van emplacementen hebben vaak moeite om de gevraagde informatie over treinen met gevaarlijke stoffen aan te leveren. Tevens komt de inhoud van de informatie van de beheerder en die van de vervoerder niet altijd overeen, is de informatie onvolledig of onjuist en komt de informatie niet altijd overeen met de aanwezige treinen. De IVW constateert verder dat treinen met gevaarlijke stoffen in een aantal gevallen parkeren op emplacementen zonder de vereiste parkeercontroles door de vervoerder.

ICT-platform
Koepelorganisatie voor het spoorgoederenvervoer Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) dringt in een reactie op het rapport aan op een versnelde invoering van digitale gegevensuitwisseling, aan de hand van één open ICT-platform. Volgens KNV kan er langs elektronische weg sneller en meer exacte informatie worden verwerkt. In noodsituaties moet deze informatie binnen tien minuten zonder draad of papier worden doorgegeven aan hulpdiensten. Deze systemen zijn deels reeds in gebruik bij hulpdiensten en worden verder ontwikkeld en landelijk uitgerold.