fbpx

Hoogleraar Bert van Wee: Schoenmaker NS, blijf bij je leest

Dat het kabinet er voor kiest de internationale en regionale ambities van de Nederlandse Spoorwegen in te perken, valt te verdedigen. Het is ingegeven door het aloude gezegde ´schoenmaker blijf bij je leest´, zegt Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid aan de TU Delft.

"Als een situatie ontstaat waarbij NS bezig is over de grens geld te verdienen, terwijl op het Nederlandse hoofdspoornet de taken niet naar behoren worden uitgevoerd, is dat is politiek moeilijk te verkopen´´, zo ziet hij de gedachtegang achter het besluit.

Van Wee wijst erop dat NS geen normaal bedrijf is. Het publiek ziet het openbaar vervoer nog steeds als een nutsfunctie en verwacht dat de overheid ervoor zorgt dat de treinen zonder noemenswaardige problemen rijden, tegen een redelijke prijs.

"Wanneer NS te kampen heeft met winterproblemen of kapotte Fyra’s en het tegelijk ook bezig is energie in busprojecten over de grens te steken, dan snappen de mensen dat niet. Bovendien loopt de Staat financiële risico’s als NS activiteiten in het buitenland onderneemt’’, aldus Van Wee.

De Delftse hoogleraar vindt het ook te begrijpen dat het kabinet NS en spoorbeheerder ProRail gescheiden wil houden. Bij de splitsing was het idee dat het loskoppelen van het beheer van de rails beter zou zijn als ook regionale concurrenten als Arriva en Veolia op het spoor mogen. Volgens Van Wee blijkt tot nu toe dat de splitsing goed heeft uitgepakt, zowel in het personen- als het goederenvervoer. "De nieuwkomers leveren goede prestaties."

Het hoofdspoornet is echter niet aanbesteed maar onderhands aan NS gegund. Daar zouden in de ogen van Van Wee railbeheer en vervoer wel kunnen worden samengevoegd zolang er geen concurrentie wordt toegelaten.

Overigens doet NS het volgens hem best wel goed. "Uit allerlei onderzoeken blijkt dat de treinen de afgelopen 15 jaar met minder vertraging zijn gaan rijden en dat de klanttevredenheid is toegenomen. Ik reis zelf ook met de trein en merk dat het beter gaat."

(c) ANP