ProRail: weer is geen issue meer

Het weer is geen probleem meer voor het treinverkeer. Hoewel incidenten niet uit te sluiten zijn, hebben blaadjes op de rails, extreme warmte en extreme kou steeds minder invloed op de beschikbaarheid van het spoor. Dat zei ProRail-topman Bert Klerk donderdag bij de toelichting op de jaarcijfers in het Spoorwegmuseum in Utrecht.

Investeringen

Volgens de spoorbeheerder is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om de invloed van het weer tot een minimum te beperken. Zo is er een speciale gel ontwikkeld die het spoor ruwer maakt om het effect van de beruchte blaadjes op het spoor in de herfst tegen te gaan. Wissels worden verwarmd als het koud is, en als het warm is worden maatregelen genomen om spoorspatting, het uitzetten en vervormen van de rails, tegen te gaan.

Het weer zorgde begin vorig jaar nog voor grote problemen toen een storm over Nederland raasde. Op 18 januari werd zelfs het treinverkeer helemaal stilgelegd. Later in het jaar bond ProRail de strijd aan met de herfstblaadjes die het spoor spekglad maakten. Die gladheid zorgt ervoor dat treinen doorglijden, waardoor het spoor en de wielen slijten.

Rond afgelopen Pasen was ProRail door een samenwerking met Meteo Consult goed voorbereid op het weer en werden wissels preventief verwarmd om te voorkomen dat de sneeuw vastvroor. Ironisch genoeg en tot frustratie van Klerk zorgde de sneeuw er op sommige plaatsen echter voor dat de verwarming niet werkte, waardoor het rond Rotterdam alsnog misging.

Betere resultaten

De vertragingen en storingen door het weer -acht procent van de storingen komt door het weer- hebben het imago van ProRail geen goed gedaan. Klerk, de voorzitter van de raad van bestuur van ProRail, zei op feesten en partijen nog steeds regelmatig met de herfstblaadjes om de oren geslagen te worden. Het klanttevredenheidscijfer daalde van 6,3 in 2006 naar 6,1 vorig jaar. “Het gaat beter, maar blijkbaar wordt dat niet zo ervaren.”

Het aantal storingen nam volgens ProRail af. De problemen op het spoor van de afgelopen weken, bijvoorbeeld in Limburg en Brabant en rond Utrecht, waren volgens Klerk incidenten. Ook problemen door een botsing met een heftruck bij Rijswijk en door een bommelding op Amsterdam Centraal, waren niet te voorzien.

Rek eruit

Klerk maakt zich wel zorgen over de veronderstelde afnemende maatschappelijke acceptatie van problemen op het spoor. Anderzijds begrijpt Klerk de kritiek wel. “Reizigers verwachten nu eenmaal een systeem dat het doet.” Hij wijst er wel op dat ProRail het in Europees perspectief goed doet.

In slechts één land worden minder storingen genoteerd dan bij ProRail, zei financieel directeur Jolanda Poots-Bijl. Als dat wordt afgezet tegen de net bovengemiddelde kosten die ProRail maakt, is dat volgens haar ‘eigenlijk best goed’. “Dat mag ook wel eens gezegd worden.”

Met 35 gebruikers van het spoor, zes meer dan vorig jaar, is de rek er volgens ProRail nog niet uit. Het kabinet wil graag jaarlijks vijf procent meer treinverkeer en de ambitie van ProRail is dat er uiterlijk in 2012 zo veel treinen rijden dat mensen naar het station kunnen gaan zonder in het spoorboekje te kijken. Het spoorboekloos rijden kan op een aantal trajecten, zoals tussen Amsterdam en Eindhoven, misschien al eerder.

Dienstregeling

Door die groei neemt de druk op de makers van de dienstregeling wel toe. Vorig jaar al stapte een aantal boze vervoerders naar de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) omdat verschillende wensen niet door ProRail werden ingewilligd. Zo moesten er ritten worden geschrapt in de vroege en late uren en werden extra kosten voor de planning doorberekend.

Voor de dienstregeling van volgend jaar zullen er volgens ProRail niet méér klachten zijn, hoewel het steeds moeilijker wordt om werkzaamheden in te plannen. Vorig jaar kostte het ruim 28 miljoen euro extra om te werkzaamheden in te plannen omdat er door het toegenomen gebruik van het spoor minder tijd voor is.

De werkzaamheden worden daardoor meer ingepland in de nachtelijke uren en dat is duurder. Het geld is daarbij volgens ProRail, dat vorig jaar een bescheiden winst van dertig miljoen euro boekte op een omzet van 1,3 miljard, niet eens het probleem. De groei kan wel geremd worden doordat er simpelweg niet oneindig veel specialisten beschikbaar zijn die bereid zijn ‘s nachts te werken.

Bron: (c) Novum