fbpx

Groen licht voor meer concurrentie op Europees spoor

Europese spoorbedrijven krijgen meer mogelijkheden om diensten in de andere EU-landen aan te bieden. De grotere concurrentie moet leiden tot betere dienstverlening, meer keuze voor passagiers, lagere kosten en meer veiligheid.

Het Europees Parlement gaf hier dinsdag in Straatsburg groen licht voor. Aanbesteding moet vanaf december 2023 in principe de norm worden, zodat de beste aanbieder het contract krijgt. Er zijn wel uitzonderingen: landen mogen het treinvervoer onder voorwaarden onderhands blijven gunnen, maar alleen als ze aantonen dat de reiziger daar beter van wordt of kosten worden bespaard.

In Nederland is tot nu toe het hoofdrailnet onderhands gegund. De huidige concessie loopt tot 2025. Ook daarna kan de overheid het spoor dus blijven gunnen aan NS. Ook bij de huidige gunning moest NS aantonen dat ze beter zouden gaan presteren. Daarom beloofde NS in het weekend meer late treinen te zullen gaan aanbieden en op werkdagen overdag elk station minimaal 2x per uur te bedienen.

Met het Vierde Spoorpakket, zoals het Europese plan ook wel wordt genoemd, kunnen landen straks dus minder snel het treinvervoer onderhands gunnen. EU-parlementarier Wim van de Camp (CDA) is blij met de "voorzichtige stap richting een echte Europese spoormarkt". "Daarvoor is nodig dat oude staatsbedrijven niet meer voorgetrokken worden op het nationale net." Matthijs van Miltenburg (D66) vindt dat het plan nog tot te weinig echte concurrentie leidt.

Een nieuwe spooruitbater wordt niet verplicht het personeel van zijn voorganger over te nemen. Bas Eickhout (GroenLinks) vindt dat werknemers daardoor onvoldoende worden beschermd. "De agenda van privatisering en deregulering leidt tot een ‘race to the bottom’ waarbij elke vorm van duurzaamheid en kwaliteit overboord wordt gegooid."

Van de Camp kijkt daar anders tegenaan. "Veel banen in de sector zijn op de tocht komen te staan in Europa, omdat veel reizigers kiezen voor goedkoop vliegen. Juist als we banen willen beschermen, moeten we investeren in grensoverschrijdende verbindingen en betere kwaliteit van de dienstverlening.´´

Op grensoverschrijdende verbindingen is nu al concurrentie mogelijk. Toch wordt daar maar zeer beperkt gebruik van gemaakt. Er zijn wel veel plannen gelanceerd, maar weinig plannen zijn daadwerkelijk uitgevoerd. Zo wilde DB een ICE Amsterdam – Londen introduceren, en dochter Arriva had eerst plannen voor de Lage Landen Trein (Den Haag – Brussel). Travelteq had plannen de concurrentie met Thalys aan te gaan, maar ook die plannen zijn inmiddels van de baan. Verder zijn er al lang geruchten dat Thello (joint venture van Italiaanse Trenitalia en het Franse Veolia Transdev) de concurrentie aan wil gaan met Thalys, maar nog steeds zonder enig zichtbaar resultaat.